Guinee-Bissau is een arm en in een hoop opzichten achtergebleven land. Tweederde van de bevolking leeft onder de armoedegrens, de overheid functioneert nauwelijks. Dit heeft ook grote gevolgen voor de kwaliteit van onderwijs. Scholen worden slecht of niet onderhouden, klassen zijn overvol en onderwijspersoneel wordt regelmatig niet uitbetaald, met stakingen als gevolg. Veel ouders nemen zelf maar het initiatief om schooltjes op te zetten. Er is ook grote behoefte aan vakopleidingen. Veel jongeren hebben niets geleerd waarmee zij in eigen onderhoud kunnen voorzien. Ook daar ontstaan particuliere initiatieven. Dankzij steun van werkgevers op allerlei niveau kunnen jongeren praktijkervaring opdoen.